VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

De Amerikaanse president Trump zegt dat hij dichtbij een beslissing is over een nieuwe voorzitter voor de centrale bank, de Fed. Gezien de gevoeligheid van financiële markten voor het centrale bankbeleid, kan dit voor commotie zorgen. Bij de ene kandidaat wel meer dan bij de andere.

In principe heeft de voorzitter van de Fed maar een stem en zal deze keuze het beleid niet zomaar op zijn kop zetten. Daar staat tegenover dat er wel een duidelijk signaal vanuit gaat over de denkrichting van de regering Trump. Omdat er nog meer vacatures zijn bij de Fed zou het beleid van de centrale bank toch opeens op de schop kunnen gaan.

We gaan de vier kandidaten en de mogelijke reacties af.

 

Janet Yellen

Allereerst is er de huidige Fed-president Janet Yellen. Haar voorgangers hebben de afgelopen decennia steeds een tweede termijn gekregen, het zou dus een breuk met het recente verleden zijn als zij die niet krijgt.

De Fed heeft de rente de afgelopen jaren maar met een paar minieme stapjes verhoogd. Hierover is veel discussie. Trump zelf gaf Yellen hiervoor ruim een jaar geleden flinke kritiek. De lage rente zou de oorzaak zijn van de te hoge waarderingen op de beurs die hij een zeepbel noemde. Tegelijkertijd is de werkloosheid hard gedaald, terwijl de inflatie laag bleef. Daarmee voldoet de Fed onder Yellen aan zijn taakomschrijving.

Yellen zou voor financiële markten met afstand de meest veilige keuze zijn omdat daarmee wordt gekozen voor stabiliteit en continuïteit is. Een tweede termijn voor haar zou een neerwaarts effect kunnen hebben op de rente. Sinds begin september is de Amerikaanse tienjaarsrente bijna 0,4 procentpunt opgelopen. Daarbij speelt zeker mee dat de Fed mogelijk een koerswijziging gaat maken. Voor aandelenmarkten zou het aanleiding kunnen zijn om de mars naar boven weer op te pakken.

 

John Taylor

Critici op het huidige beleid waarbij de rente maar heel geleidelijk verhoogd is wijzen vaak op de zogenaamde Taylor Rule. Dit is een formule opgesteld door econoom John Taylor die aangeeft wat de rente zou moeten zijn gegeven de inflatie en de economische groei. Volgens deze regel zou de korte rente die de centrale bank vaststelt en die nu op 1,25 procent staat al ergens rond de 4 procent moeten zijn.

Dezelfde Taylor staat nu op de lijst van Trump die heeft gezegd dat hij erg onder de indruk is van de econoom. De nominatie van Taylor zou op termijn kunnen leiden tot een flinke versnelling van de renteverhogingen.

Obligatiemarkten zouden daar meteen na de nominatie al op vooruit kunnen lopen, met een scherpe stijging van de rente vergelijkbaar met de zogenaamde 'taper tantrum' in 2013. Dat betekent niet dat aandelen en valuta ook in de verkoop zouden gaan. Obligaties en aandelen bewegen meestal tegengesteld. Terwijl de rente in 2013 scherp steeg, won de S&P 500 ook bijna 10 procent. De dollar bleef toen min of meer stabiel.

 

Kevin Warsh

Een andere kandidaat die ook voor opschudding zou zorgen is Kevin Warsh. Warsh was in 2005 de jongste Fed-bestuurder ooit. Tijdens de financiële crisis speelde hij een sleutelrol als rechterhand van toenmalig Fed-president Ben Bernanke.

Toen de Fed in 2010 een nieuwe ronde voor het opkoopprogramma overwoog sprak Warsh zich hier publiekelijk tegen uit. Dit heeft hem het verwijt opgeleverd dat hij het risico op inflatie overschatte en te weinig oog had voor de grote werkloosheid

Daar staat wel tegenover dat er volop discussie is over de vraag of het opkoopprogramma uberhaupt een positief effect heeft gehad op de Amerikaanse economie.

Ook onder Warsh zou het roer waarschijnlijk om gaan en zou het tempo van renteverhogingen worden opgevoerd. Ook zou de afbouw van de balans die door de opkoopprogramma’s flink is gegroeid waarschijnlijk sneller verlopen.

De reactie op financiële markten op nominatie van Warsh zou waarschijnlijk vergelijkbaar zijn met die op een nominatie van Taylor. In ieder geval een stijging van de rente, mogelijk ook verder oplopende aandelenkoersen, hoewel een hogere rente kosten met zich meebrengt voor bedrijven en dus ook aanleiding kan zijn voor lagere aandelenkoersen. Het zou wel voor de hand liggen dat de dollar die het afgelopen jaar wat is weggezakt weer terrein zou winnen op de euro.

 

Jerome Powell

Ook hoge ogen gooit huidig Fed-bestuurder Jerome Powell. Zijn opvattingen over de rente en het opkoopprogramma liggen dicht bij die van Yellen. Hij steunde de geleidelijke renteverhogingen die onder Yellen zijn doorgevoerd. Ook heeft hij uitgesproken dat hij een voorstander is van een nieuw opkoopprogramma als de omstandigheden daar in de toekomst om zouden vragen.

Daarmee zou een keuze voor Powell ook vooral een keuze voor continuïteit zijn. De vraag is dan wel waarom Trump niet gewoon de zittende Fed-president een tweede termijn zou geven?